Wednesday 18 January 2017

De afdeling


Het verpleeghuis telt meerdere afdelingen, met merkwaardige namen zoals Olievos, Gorter en Grote Kaar.
Wanneer ik door de gangen loop voel ik mij een vreemde. De Zaanstreek staat bekend om zijn "ons kent ons" mentaliteit. Voor mijn gevoel ben ik waarschijnlijk de enige die niet weet dat deze namen ooit toebehoorden aan boerderijen, fabrieken en  molens.
Op de revalidatie afdeling verblijven ongeveer twintig mensen. Sommigen zitten er al enkele maanden. Zoals mijn moeder, die er net na de amputatie van haar been kwam, en die hier inmiddels ruim een half jaar verblijft. Mijn moeder is geen uitzondering. Hier zijn de meeste bewoners afhankelijk van een rolstoel, een looprek of op zijn minst een paar krukken. Al gauw raak je gewend aan de aanblik van ernstig gehandicapte mensen. Hier ben je juist een uitzondering als je zelf nog wel het een en ander kunt.
Dit is een wereld waar fysieke mankementen doodnormaal zijn.
Op de etage waar mijn moeder verblijft is het rond etenstijd een stille, geduldige stoet van rolstoelen die op weg is naar de eetzaal.
De mensen op deze afdeling zijn bijna allemaal op leeftijd. En ze zijn allemaal flink gehavend.
Op een whiteboard in de hal staan hun namen geschreven, om sommige moet ik stiekem glimlachen: mevrouw Pot, mevrouw van het Padje, meneer Janneman, en Meneer Wildeman.
De afdeling heeft een kneuterige, ouderwetse uitstraling die qua inrichting doet denken aan een bejaardenhuis.
De muren zijn versierd met fantasieloze aquarellen. Sommige zijn nageschilderd van beroemde kunstwerken. Vermeer en Matisse zouden zich echter omdraaien in hun graf bij het zien van deze gruwelijke karikaturen, die ook te koop zijn. In een kleine catalogus worden ze door een vriendelijk glimlachende oma aangeboden: "Koeien in de wei", fantasie" en "lentebloemen", maar ook "Het meisje met de paarlen oorbel".
In de kerstperiode werden door dezelfde dame zelfgemaakte kerstkaarten "met reliëf"aangeboden. "Mooi hé"zei mijn moeder. Ik heb haar niet gezegd dat ik er intens droevig van werd.
Het was augustus toen mijn moeder in het verpleeghuis arriveerde. De gangen waren toen nog versierd met imitatie zonnebloemen en posters van  schapen met wollige lammetjes.Naarmate de seizoenen verstreken versierde men de hal achtereenvolgens met droogboeketten en herfstbladeren en kastanjes. Daarna kwamen er posters van Sinterklaas en Piet en "pakjes"( kartonnen dozen in cadeaupapier). Tegen de kerst pakte men helemaal uit door middel van diverse imitatiekerstbomen met plastic sneeuw en lichtjes, een gigantische kerstster en als kers op de slagroom, een traditionele kerststal compleet met kribbe en baby Jezus.
Ondanks dit alles blijft het huis steeds een trieste uitstraling behouden. Nee, wellicht wordt de sfeer juist door deze krampachtige pogingen extra droevig.
Mijn moeder kent hier iedereen en ze heeft de meeste mensen bijnamen gegeven.: "kijk", zegt ze op luide toon. "Daar heb je de toetjesdief. En die Turk met die dikke kop, die maakt met iedereen ruzie. En die vrouw daar, die is flink in de war. "het huisvrouwtje" heb ik haar genoemd. Want ze denkt voortdurend dat ze  haar kinderen uit school moet halen".
Mijn moeder maakt een draaiend gebaar met haar wijsvinger bij haar slaap,
Ik hoop dat niemand het gezien en gehoord heeft, maar ik vrees het ergste.
Beneden is een gelegenheid waar de bewoners met hun gasten iets kunnen drinken. Er worden ook gebakjes en pakken koek te koop aangeboden.
En er is een bruin café nagemaakt waar je alcoholische versnaperingen kunt bestellen. Het is er erg druk en de advocaat met slagroom is hier niet aan te slepen.
Mijn moeder wenkt mij. "Weet je nog, die hele magere vrouw die constant in bed lag? Hoewel ik niet meteen weet wie ze bedoelt knik ik toch instemmend.
 "Die heeft het niet gered. Ze had er geen zin meer in".
Dan is mijn moeder even stil en kijkt voor zich uit.
Buiten wordt het donker en begint het zachtjes te sneeuwen.