Thursday 12 October 2017

Het carnaval der herinneringen

Vanochtend werd ik klam en geëmotioneerd wakker. Er had zich gedurende de nacht een eigenaardig tafereel afgespeeld in mijn slaap. Een bizarre verzameling van puzzelstukjes van verschillende periodes uit mijn leven. Een carnaval van herinneringen was aan mij voorbij getrokken.
In mijn droom was ik in een huis waar ik ooit gewoond had.
Of eigenlijk was het een combinatie van twee huizen.
Het hele huis zat propvol herinneringen.

De twee Siamezen Broer en Zus lagen opgerold in een hoekje te slapen en mijn kleine cyperse katertje Morrison klom vanuit de tuin naar boven, via de speciale trap die we ooit voor hem gemaakt hadden.
Ik zag mijn kinderen weer als baby. Mijn moeder was er ook. Ze had haar verpleegstersuniform aan en oogde sterk, fit en levenslustig. Ze had haar mouwen opgerold en was flink aan het werk. Ik zag haar precies zoals ze een jaar of twintig geleden was.
Het hele huis werd leeg gehaald. Mijn zus hielp ook mee. Ik dacht eerst dat ik ging verhuizen., maar na een tijdje begreep ik het pas:
We waren alle herinneringen aan het uitzoeken.
Ik zag herinneringen die ik heel lang niet had gezien. Speelgoed waar mijn jonge kinderen mee gespeeld hadden. Rammelaars, grote Duplo blokken, treinen, auto's en knuffelbeesten. Sommige gooide ik zo een vuilniszak in, andere hield ik even geëmotioneerd tegen me aan. Het muziekdoosje met de melodie waar mijn moeder altijd zachtjes op meezong. Ik zag de blik in haar ogen zoals ze naar mijn -nog- jonge kinderen keek: Trots, vertederd en gelukkig. Ik zag hoe ze met ze in de kinderwagen ging wandelen. Ik zag hoe ze hen in slaap wiegde en hoe ze in slaap vielen op haar schoot.
Mijn schattige verdwenen katertje Morrison.Ik voelde hoe zacht zijn vacht was en kuste hem op zijn snuit. Ook mijn andere kat Poema was terug en liet zich door mij knuffelen. Alsof ze nooit weg geweest waren.
Ik was blij dat mijn zus mij hielp want in mijn eentje had ik nooit zoveel herinneringen kunnen uitzoeken. Samen stopte we de herinneringen in denkbeeldige dozen, zakken en kasten. We zochten voor elke herinnering een passend plekje.
Sommige hield ik even dicht bij me in de buurt. Zoals de plastic Fisher Price telefoon die een lachend gezicht had en die ik vergeten was. Of het kleine roze jurkje dat allebei mijn dochters hadden gedragen. En het schepje waarmee mijn zoon zingend zandkastelen had gegraven. De kamer in het ziekenhuis waar een van mijn kinderen was geboren. Vrolijk ingepakte sinterklaascadeautjes. Mijn opa en oma die glimlachten. De Fabeltjeskrant. Rode suède schoenen die ik als klein meisje had gedragen.
Mijn ouders die samen zaten te praten met de televisie op de achtergrond. De schoolklas waar ik als kind naar binnen liep.

Bij het ontwaken huilde ik. Ik probeerde nog even naar alle herinneringen te kijken die ik in mijn droom voorbij had zien komen.
Alle momenten, fasen, periodes en ontwikkelingen die voorbij waren. De mensen, dieren en dingen die er niet meer waren. Maar die ergens aanwezig zouden zijn.
In mij. Voor altijd.