Friday 4 January 2019

Familie

Mijn moeder groeide op met acht zusjes en drie broers. Als kind kon ik met ongeloof en verbijstering naar de foto's van mijn moeders kinderjaren staren.
Ouderwetse zwart wit foto's op dik, vergeeld papier van mensen die er uit zagen alsof ze uit een museum gestapt waren.
"Kijk, dit ben ik "zei mijn moeder, wijzend op een foto van een een mager, ziekelijk meisje, met een grote strik in het zwarte haar.
Ze groeide op in een reeds lang vervlogen tijd. In een katholiek dorp waar de kerk het dreigende middelpunt vormde. "De klokken beierden de gehele dag" vertelde mijn tante mij. In het grote huis waar ze woonden was het 's winters zo koud was dat de ramen bevroren. Zonder luxe en zonder moderne middelen. Met ouders die het altijd druk hadden en waar weinig tijd was om met de kinderen te spelen, ze voor te lezen of met ze te discussieren.
Als ik de foto's bekeek werd ik altijd een beetje bang. Als stadsmeisje huiverde ik bij de ernstige, sombere sfeer die het dorp vroeger uitstraalde. De ernstig uitziende figuren op de foto's, gekleed in donkere gewaden. De sfeer van orde, hard werken en deugdzaamheid onder het wakende oog van mijnheer pastoor en de Here Jezus.
Het leven leek in die tijd geen lolletje. Althans, dat deden de foto's en de verhalen mij  sterk vermoeden. Mijn moeder vluchtte naar de grote stad toen ze de kans kreeg en bouwde daar een ander leven op. Maar ergens bleef ze haar familie toch missen.
Als Amsterdams meisje was ik gewend aan het rumoer, de drukte maar ook het comfort van de stad, waar de kerk geen enkele rol speelde.
De nuchtere drukke stad was mijn thuis en stond in schril contrast met de ondoorgrondelijke, mystieke sfeer van het dorp.
Met zon- en feestdagen kleedden we ons extra netjes aan en gingen we "terug naar huis", zoals mijn moeder het noemde. Dan viel het mij op hoe gelukkig ze er van werd om haar zusjes weer te zien.  We waren overal welkom en gingen altijd naar huis met tassen vol cadeautjes, stukken vlaai en souvenirs. Soms huilde mijn moeder in de auto.

Van de twaalf broertjes en zusjes zijn er nog drie over. Twee wonen nog altijd in het dorp waar ze geboren zijn.  Kort voor haar dood keerde mijn moeder terug naar de streek waar ze vandaan kwam. De plek die ze ontvluchtte toen ze zestien jaar oud was, maar waar ze vele jaren later weer naar terug verlangde.
Met mijn moeder in gedachten ga ik aanstaande dinsdag naar de begrafenis van haar zusje Annie.
"Je gaat er toch wel heen he" hoorde ik haar zeggen. Anders krijg je er spijt van.
"Ja mam" heb ik in gedachten terug gezegd.
Toen voelde ik dat het goed was.





.

8 comments:

  1. Ik kan zo genieten van deze verhalen
    Dank je voor het posten!

    ReplyDelete
  2. Mooi geschreven Renee, Als ik mijn moeder over vroeger hoor praten, hebben ze toch ook veel plezier gehad hoor.....

    ReplyDelete
    Replies
    1. Natuurlijk, de familieband was enorm sterk en onze moeders waren overlevers.

      Delete
  3. Ik pink even een traantje weg, tot dinsdag ...

    ReplyDelete
  4. Mooie woorden tante Annie rust zacht ��✨��✨��

    ReplyDelete