Saturday 17 August 2019

De Pijl.

Mijn moeder stuurde mij als kind wel eens, zeer tegen mijn zin, naar De Pijl. De Pijl was onze buurt kruidenier waar mijn moeder haar vergeten boodschappen haalde. De winkel was volgens mijn moeder eigenlijk "veel te duur"en de uitbaatster was onsympathiek en werd bij ons thuis "Dat vervelende mens" genoemd. Maar de winkel was schuin aan de overkant, dus soms kwam ze van pas. 
In de buurt waar we woonden zaten nog een paar winkels. De meesten rondom het Staringplein dat wij "Het Pleintje"noemden.
Vroeger had elke buurt een eigen bakker (die vreemd genoeg altijd op een hoek leek te zitten), een groenteman en een kruidenier. Mijn ouders kenden de meeste winkeliers ook van naam, zo niet, dan hadden de winkels zelf een (bij)naam, zoals bijvoorbeeld kruidenierswinkel De Pijl (vanwege het uithangbord met een pijl).
Verderop, op de Overtoom kon je een grotere diversiteit van winkels vinden. Maar daar kwam men niet elke dag.  Daar waren de sigarenman, de kaasboer en de slijter. Verder zat er nog een bakker, twee schoenenwinkels en een zaak waar een graatmagere man met een nerveuze uitstraling damesondergoed en kousen verkocht.
Mijn moeder vond het brood van de bakker op de hoek niet lekker. Dat zorgde vaak voor een dilemma omdat ze de man in kwestie niet wilde kwetsen, maar ook geen vies brood wilde eten.
Daarom haalde ze het brood vaak ergens anders maar kocht ze er wel regelmatig Berlinerbollen en appelbeignets.
Op een middag ontdekte mijn moeder tijdens het koken dat ze geen uien en paneermeel meer in huis had. Ik kreeg een portemonneetje met kleingeld en een briefje in mijn handen gedrukt. Toen ik bijna de deur uit was riep ze mij nog na dat de appelmoes ook op was.Daar ging het waarschijnlijk mis.
Met lood in de schoenen toog ik naar De Pijl waar ik het briefje overhandigde. "Dat vervelende mens" vroeg "anders nog iets" , en ik mompelde: "appelmoes" .
Nadat ik een keuze had gemaakt uit de vele soorten en maten kwam het moment dat ik een bedrag moest overdragen.
Ik nam mijn portemonneetje en begon mijn centjes te tellen. Ondanks mijn slechte rekenvaardigheid ontdekte ik al snel dat ik twintig cent tekort kwam. Ik werd rood en kon niet meer praten.
Inmiddels had zich achter mij een rij gevormd van ongeduldige dames.
Ook het vervelende mens had hier geen tijd voor en griste uiteindelijk met een verbeten lip het portemonneetje uit mijn handen.
"Voor deze ene keer" kreeg ik mijn boodschappen mee, "maar zeg maar tegen je moeder dat wij hier niks op de pof doen".
Ik durfde nooit meer terug. Tot ik van mijn buurjongens hoorde dat je bij De Pijl sleutelhangers kon sparen.
Sleutelhangers! Trots toonde mijn buurjongen zijn schoenendoos vol met minipotjes pindakaas, grappige plastic beestjes en kleine flesjes wasverzachter en cola waar een sleutelring aan vast zat.
Toen ben ik nog een paar keer, verscholen achter mijn moeder meegegaan naar De Pijl om een sleutelhanger te scoren.

Een paar jaar later waren bijna alle kleine winkels opgeheven. Alleen de bakker en de fietsenmaker hebben het nog vrij lang vol gehouden.
Nu zit er alleen op de Overtoom een grote Albert Heijn. Op het pleintje zit een traiteur die veganistische maaltijden verkoopt.
Dat vervelende mens is naar Almere verhuisd en woont nu in een bejaardenflat.










No comments:

Post a Comment