Thursday, 9 October 2025

Onderzoek



Wat me bijgebleven is, is dat het continu regende.
Het regenwater vormde een rivier waarvan het water omhoog golfde als je erdoorheen reed. Die dag begon het al te schemeren en ik reed, door de straten die in rivieren waren veranderd, Amsterdam binnen. Het was al bijna avond toen ik door de Weesperstraat reed, richting het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis — notabene het ziekenhuis waar ik zelf geboren ben.

Ik had mijn uiterste best gedaan om ervoor te zorgen dat mijn vader opgenomen zou worden. Maar toen ik eenmaal arriveerde, lag hij daar — vel over been — op een ziekenhuisbed op de eerste hulp. Ik wist niet dat ik hem, na uren wachten, alsnog naar huis zou moeten brengen. En ik wist niet dat hij tien dagen later dood zou zijn.

Het was een trieste middag. Mijn vader voelde zich ziek en had het koud. Zijn vrouw zat met haar tas op schoot te trillen van de stress en vertrok uiteindelijk naar huis.

Toen zaten mijn vader en ik daar dus met z’n tweeën. We wachtten op de MRI-scan, en ik hoopte van harte dat hij daarna snel in een warm ziekenhuisbed terecht zou komen op een rustige afdeling, met een lieve verpleegkundige.

Maar intussen was het wachten.

Mijn vader praatte erop los. Hij leek, vreemd genoeg, onbezorgd. Toen zijn gegevens werden opgenomen, vertelde hij dat hij nooit verwacht had negentig jaar te worden, maar dat hij er nu wel van overtuigd was dat hij het zou halen — het was immers nog maar twintig dagen.

De zuster was niet erg geïnteresseerd in deze informatie.

Na uren die zich eindeloos voortsleepten, werd mijn vader eindelijk meegenomen naar boven, waar de scan zou plaatsvinden. Ik liep mee door de verlaten hal, waar een tl-lamp flikkerde.

Het bed werd in een soort parkeervak geparkeerd. De vloer glom, en nadat de voetstappen van de persoon die het bed had geduwd waren verstomd, werd het akelig stil.

Mijn vader was nerveus voor het onderzoek en begon weer te praten om de stilte te doorbreken.

Plotseling begon hij over de tijd dat ik klein was. Er volgden een paar anekdotes — verhalen die ik natuurlijk al vaker had gehoord, maar het was jaren geleden dat hij ze verteld had.

“Dat zal ik nooit vergeten,” zei hij. “Dat jij, terwijl we tv aan het kijken waren — zo klein als je was — plotseling heel boos je bed uitkwam, de woonkamer inliep, recht op de tv afstapte en het geluid zachter zette.”

Het was een lieve, ontroerende herinnering. Mijn vader en ik, in dat stille ziekenhuis, wachtend op dat rotonderzoek, allebei pratend en glimlachend om de realiteit te verzachten.
“Het was een hele leuke tijd,” zei mijn vader, “toen jullie klein waren.”

Toen zwaaide ineens een deur open.
“Meneer Dekker?”

Mijn vader was eindelijk aan de beurt.











No comments:

Post a Comment