Monday, 3 November 2025

In de war.

Toen ik ze ontmoette waren mijn (toekomstige) schoonouders nog hip en jeugdig, op een beschaafde, politiek correcte manier. PVDA stemmers, naturisten, Parool lezers, VARA kijkers.

Bob, mijn schoonvader, kwam over als een rustige, enigszins aarzelende man. Echter op andere momenten leek hij juist zelfverzekerd, op het onbuigzame af. Het was een merkwaardige discrepantie. Het zelfverzekerde leek wat defensief, alsof het eigenlijk geen zelfverzekerdheid was.

Bob, die al meer dan twintig jaar voor de gemeente Amsterdam werkt met betrekking tot stadsbestuur, stedelijk management en planologie, heeft van zijn werk zijn hobby gemaakt. De werkkamer is zijn favoriete plek in huis. Hier, in zijn domein heeft hij alles dat hem dierbaar is, om zich heen verzameld: De foto's die hij als hobby fotograaf zelf heeft ontwikkeld, de gedichten die hij als vrijgezelle jongeman schreef en bundelde, en natuurlijk zijn vakliteratuur. De op alfabetische volgorde gerangschikte Jazz cd's, zijn echter in de huiskamer terug te vinden. Net als alle romans die in de grote imposante boekenkast staan. Vaak zit hij tot laat in de avond te werken terwijl mijn schoonmoeder in bed tv kijkt. 

Ik vond het altijd lastig om aansluiting met ze te krijgen. Er was altijd sprake van een bepaalde grens aan het contact en zelfs tot op heden, heb ik, wanneer ik er ben, het gevoel dat ik op visite ben en me hoor te gedragen en, binnen een bepaalde tijd weer rechtsomkeert dien te maken. Er is weinig plek voor spontaniteit en stommiteit.

Het is een ingewikkelde balans, waar je je aan dient te houden. In de zin van: niet te laat komen, maar ook niet te vroeg, niet te lang blijven zitten, maar ook niet te kort, niet zwijgen, maar ook niet teveel praten, en discreet zijn in de keuze van onderwerpen: sport, vakantie, of de nieuwe roman van Arnon Grunberg.

 Jarenlang vond ik het moeilijk om bij hen op bezoek te gaan. Ik had altijd het gevoel dat mijn aanwezigheid getolereerd werd vanwege het fatsoen.  Er bleef altijd een rare terughoudendheid, waardoor ik me nooit echt op mijn gemak voelde. Uiteraard werd mijn gevoel van onzekerheid hierdoor getriggerd. 

Bij mijn schoonouders verliep alles volgens een vast stramien – op vaste dagen, vaste tijden, binnen een zorgvuldig bewaakt ritme. En ik had immer het gevoel dat ik uit de maat liep.

Die nauwgezette geordendheid en regelmaat , kwam echter vorig jaar abrupt tot een halt.

Want, Bob leek zich anders te gedragen. Het begon steeds meer op te vallen: Bob is in de war.

Er ontstond een rare situatie, waarbinnen iedereen zijn best deed om niet te laten merken dat er iets niet klopte.  Als er een tegeltje met een spreuk in dit huis had gehangen, dan was het : "In dit huis wonen nette mensen. In dit huis praten we niet over gevoelens.”

En zo kwam er dus onverwachts een scheur in het geordende leven van mijn schoonouders en in de regelmaat van het bestaan. Dit was niet gepland, dit hoorde niet te gebeuren. Maar het gebeurde wel. En wat doen we nu?

Bob is oud geworden. Hij oogt fragiel vergeleken bij zijn grote zoon. Glimlachend kijkt Bob naar hem op en zijn zoon kijkt glimlachend terug. 

Heb je nog voetbal gekeken? vraagt hij aan zijn vader.

Het is vier uur 's middags. Dat betekent eerst een kopje thee. Een kopje maar, want daarna is het borreltijd. Het vertrouwde plateautje komt op tafel, met de nootjes, de olijven en de stukjes kaas.

Hoe gaat het met jullie?  Vraag ik.

Het antwoord is "goed".




No comments:

Post a Comment