Sunday 30 June 2013

Goudvis

De winkel is op de hoek van de Eerste Helmersstraat. Mijn moeder vind het niet goed als ik er alleen heen ga want ik moet de drukke Jan Pieter Heije straat oversteken en dat mag ik nog niet alleen.
Dus gaat ze met me mee. Samen met mijn grote zus.
De deur zwaait open en er klinkt een ouderwetse deurbel. Vervolgens hoor ik niets anders dan gezoem. Om mij heen staan de aquaria hoog opgesteld. In de winkel is het licht gedempt en daardoor wordt het mysterieuze gevoel versterkt. Grote bassins gevuld met water. Ik kijk om me heen en bevind me in een wondere wereld van diepzeewezens. Ik loop stilletjes langs de verschillende bakken en weet niet of ik het mooi of eng moet vinden.
Ik raak met mijn handen het glas aan en als ik dat doe zwemmen tientallen kleine visjes dwarrelend in een uiteenvallende wolk bij mijn vingers vandaan.
Zoveel visjes. Lichtgevend, met sluiersstaarten, met bolle ogen en dikke lippen waarme ze zich vastzuigen aan het glas. Blauw met parelmoerachtige vissen, en vissen die doorzichtig zijn zodat je hun skelet kunt zien.
Ook is er een gedeelte met bakken die half gevuld zijn met water. Daar zitten schildpadden in. sommigen lijken al heel oud en zitten verfomfaaid en roerloos op een stuk steen. Anderen zijn minuscuul en hebben felgroene kleurtjes en rode wangetjes. Ze zitten met tientallen tesamen in een grote bak vanwaar voortdurend luchtbelletjes omhoog borrelen.
Ik mag een vis uitkiezen. Een goudvis. Ademloos kijk ik toe hoe de mevrouw van de aquariumwinkel op een ladder gaat staan en de deksel van het bassin verwijderd. Met een schepnetje roert zij door de grote watermassa. Waterplanten wuiven voorbij en vissen zwemmen verschrikt weg. Mijn grote zus kijkt toe.
Dan, ineens zit er iets oranje kleurigs in het kleine fijnmazige netje.
Ik slik en mijn hart gaat tekeer van de opwinding.
De mevrouw haalt een plastic zakje over het netje heen en knoopt het handig dicht.
'Hier is jouw vis' zegt ze.
Met trillende handen pak ik het zakje water aan met de vis. Het voelt vreemd aan.
Mijn moeder koopt ook nog een zakje met een waterplant en dan wandelen we naar huis. De deurbel rinkelt en we zijn weer in de gewone wereld.
De weg naar huis besef ik me dat het leven van de vis in mijn handen ligt. Het is zo breekbaar. Een kwetsbaar levend wezen in een zakje water met een kleine luchtbel.
Als ik haar binnen tien minuten in een kom doe is er niets aan de hand. Ik heb dus tien minuten. Maar stel je voor dat ik haar uit mijn handen laat vallen. In gedachten zie ik hoe het zakje uiteen spat op de stoeptegels.
Ik zie de vis spartelen. Haar mondje gaat open en dicht.
Ik kan haar laten vallen. Die gedachte bezorgt me de kriebels. Waarom zou ik dat doen? Ik probeer maar even nergens aan te denken en loop haastig door. Naar huis, waar de vissenkom staat.

De telefoon gaat en ik schrik wakker. Nu anderhalve week na de operatie ben ik nog steeds zo moe dat ik middagdutjes doe. Het is alsof mijn batterij leeg is.
Geblokkeerd geeft het display aan. Ik vraag me even af wie mij op zondag belt met een geblokkeerd nummer en dan hoor ik mezelf braaf mijn naam zeggen.
Het is de dokter. Mijn specialist. Mijn specialist. Het klinkt een beetje als mijn personal trainer, maar dan anders.
Nu is het dus zover, klinkt een stem in mijn hoofd. Het moment van de waarheid. Het moment waar ik de afgelopen dagen continu aan heb gedacht. Goed nieuws of slecht nieuws. Zo simpel is het. Gezond of ziek. Vakantie of thuis blijven. Misere of blijdschap.
De stem van de dokter klinkt opgelucht, ik weet zeker dat hij opgelucht klinkt.
En dan brengt hij me het nieuws:' De uitslag is goed. We hebben nog wel een stukje aangetast weefsel gevonden, maar dat hebben we helemaal weg kunnen halen'. Het was dus een goede beslissing en de operatie is niet voor niets geweest.
Ik ben blij, opgelucht en ik voel me rijk, dankbaar en in een fractie ook weer sterk en gezond.
Ik sluit even mijn ogen terwijl ik 'dankuwel voor dit goede nieuws' zeg.
In gedachten zie ik de goudvis in haar nieuwe kom glijden. Zij zwemt.
In nieuw helderblauw water. Het is een prachtig gezicht.

Monday 10 June 2013

Onrust

"Onrustige cellen" zegt de gynaecoloog door de telefoon.
"Zorgwekkend" zegt de gynaecoloog. "Preventief opereren" zegt de gynaecoloog.
"Niet te erg schrikken" zegt hij tenslotte nog, en komt u morgen even tussendoor bij mij langs. Misschien is het verstandig als uw man meekomt"
Dan hangt hij op.
De dag ziet er ineens anders uit. De zon schijnt anders, de tuin oogt anders, de muziek klinkt anders
 en mijn koffie smaakt anders.
Ik voel me niet ziek. Ik zie er gezond uit. Al een beetje gebruind omdat het eindelijk zomer is geworden. Nog maar vier weken en dan gaan we op vakantie. Drie weken naar Griekenland met twee van onze kinderen.
Of.. misschien gaan we niet meer op vakantie. Ik denk eigenlijk van niet, want de gynaecoloog had het over "er op tijd bij zijn".
Ik bel mijn lief, dan bel ik mijn vader en mijn moeder en mijn beste vriendinnen.
Als mijn zoontje binnenkomt zit ik ineens te huilen en heel raar te trillen. Ik weet niet waarom. Ik weet namelijk niet precies wat ik voel of wat ik moet denken.
Drie zwangerschappen heeft mijn lijf doorstaan. Mijn kleine lijf. Alle drie keer was ik kogelrond. Zo rond dat men steeds vroeg: hoeveel kindjes zitten er eigenlijk in jouw buik?
Ik vond het vreselijk om zo uit te dijen. Ik kon niet wachten tot ik mocht gaan bevallen. Drie keer was ik de gelukkigste persoon op aarde op het moment dat ik mijn baby vasthield.
Zij heeft haar dienst bewezen, die baarmoeder van mij. Ze is niet meer nodig. Ze moet er uit want anders gaat het misschien helemaal verkeerd. Dat zeg ik maar tegen mezelf.
"Wat gaat u allemaal weghalen?" vraag ik de dokter. "In principe halen we alles weg, maar we laten een gedeelte van de eierstokken zitten, anders komt u plotseling in de overgang".
In een kort ogenblik zie ik mezelf als een verschrompeld oud vrouwtje. Uitgehold van binnen.Mijn gedachten dwalen af.
Maar dan zegt de dokter weer iets en luister ik aandachtig naar wat hij me nog meer te vertellen heeft. Ik wil wel overkomen als een oplettende patiente.
Het is een hoop informatie en het is onwerkelijk, maar mijn mentale opname apparatuur staat op scherp en ik registreer alles wat me wordt medegedeeld.
Eenmaal thuis lees ik op internet dat de verwijdering van de baarmoeder "meestal" niet leidt tot een veranderde seksualiteit.
"Sommige vrouwen kunnen het samentrekken van de baarmoeder missen tijdens het orgasme"
Ik weet niet goed wat ik met deze informatie aan moet.
Er worden nog veel meer twijfelachtige voorspellingen gedaan. Ik word er een beetje misselijk van. Ik klik de site weg en probeer mijn verstand op nul te zetten.
Nadat we het nieuws min of meer verwerkt hebben, besluiten mijn lief en ik nog even een weekend weg te gaan met z'n tweetjes. We zijn bovendien 13 jaar getrouwd. Dertien jaar.
Het is prachtig weer en gedurende de autorit kijk ik naar buiten. Ik word stil van alles wat ik voorbij zie komen. Schapen met kleine wollige lammetjes. Koeien die rare bokkesprongetjes maken met zwabberende uiers. Tientallen schakeringen groen. Sappig gras en fladderende blaadjes aan struiken en bomen. En op een bepaald moment zie ik zelfs een paar hertjes tussen de bomen.
De wereld buiten ziet er vrolijk uit. Het leven gaat gewoon door. Ik ben er bijna verbaasd over.
Mijn lief en ik. We hebben samen al veel doorstaan.
En nu dit.
Er is geen waarom. Er is geen gelegenheid tot vragen stellen. Het is zoals het is.
Dit afgelopen weekend. Ik was me zo bewust van alles dat ik er al bijna op terug keek.
Nu is het maandag, ik tel de dagen nog een keer tot de operatie.
Nog even en dan is het ergste voorbij.