Friday 1 November 2019

Levensmoe

"Ik kan goed alleen zijn en ik verveel me nooit", Oma Nel schenkt onze theekopjes nogmaals vol. Ze hoeft niet zo nodig elke dag visite. Maar als we er zijn vind ze het toch wel erg gezellig en worden we verwend. Het dressoir word geopend en er komt een grote doos Martinez bonbons tevoorschijn.  "Willen jullie nog wat lekkers?" De schoteltjes met zelf gebakken appeltaart zijn nog niet eens leeg. Onze kinderen knikken enthousiast "ja" en proppen ongegeneerd hun mondjes vol. Oma Nel wuift mijn bezwaar weg: "Ach, laat ze maar lekker genieten voor een keertje". Dan houd ik glimlachend mijn mond.
Wanneer ze nog in haar bejaardenflat in de Amsterdamse Bestevaerstraat woont, weet ze zich prima te redden. Ze leest Het Parool, kijkt voetbal en tennis op de televisie, lost de wekelijkse cryptogram op en bakt taart. Haar boodschappen haalt ze altijd nog zelf bij Albert Heijn. Voor de beste cashew nootjes en verse vis stapt ze op de bus. Kwaliteit is belangrijk. De VARA gids ligt op het tv meubel. Daar is ze al sinds haar trouwen op geabonneerd. Wanneer ik op visite ben blader ik er altijd even in. Jan, haar man is al een paar jaar geleden overleden. Hij wordt zeer gemist, maar Oma Nel hoor je nooit klagen.

Zij is de oma van mijn man en ik mag haar graag. Al vanaf onze onze eerste ontmoeting is ze ook voor mij "Oma Nel". Daar is niks zoetsappigs of sentimenteels aan.
 Oma Nel is een van de meest nuchtere mensen die ik ken. Ze doet niet aan vals sentiment. Mij accepteert ze zondermeer want ik hoor immers bij haar geliefde kleinzoon. Vanaf het begin biedt ze mij een luisterend oor en het gevoel dat ik welkom ben. Ondanks mijn "vorige leven", mijn extravagante kleding en mijn onhandelbare vierjarige peuter.
Maar bij Oma Nel is er geen  "ondanks". Het woordje dat ik, hoewel onuitgesproken, altijd blijf proeven bij mijn stugge schoonmoeder.
Een paar jaar gaan we om de twee weken bij haar op visite. Oma Nel viert in de Bestevaerstraat haar zeven en negentigste verjaardag. Dan gaat het mis.
Ze valt een paar keer kort achtereen en na de laatste val is ze te fragiel om zelfstandig te blijven wonen.
Haar ogen en haar oren gaan steeds meer achteruit en in het bejaardenhuis wordt het abonnement op de VARA gids en Het Parool na zeventig jaar opgezegd.
Een tijdje is ze lusteloos en slaapt ze veel. Ik schrik als ik haar  laat op de middag in pyjama en met ongekamde haren zie.
Zij die altijd zoveel waarde hecht aan een verzorgd uiterlijk.
Oma Nel wordt steeds magerder.
Ze is zo mager dat we op moeten passen dat ze niet door het raam wegwaait. Ze moet lachen wanneer ik dat tegen haar zeg. Ook lezen en tv kijken gaat steeds moeilijker. Haar schoonzoon brengt een luisterboek voor haar mee.
Ondanks haar broze lichaam lijkt haar hart en vooral haar verstand het allemaal nog goed te doen.
Wanneer haar honderdste verjaardag nadert lijkt ze onrustig te worden.
"Wat een malligheid allemaal" herhaalt ze telkens.
"Niemand vraagt er toch om zo oud te worden".
Inmiddels is ze de enige die nog over is van haar generatie. Iedereen is dood. Haar man, broers, vriendinnen. Alleen zij is er nog steeds.
Haar verjaardag wordt met champagne en verse zalm op toast gevierd. Twee jonge buurvrouwen van een jaar of zeventig uit "De Bestevaer" zijn ook op bezoek. De burgemeester wil ze er onder geen voorwaarde bij hebben.
"Wat een flauwekul".
Op een ochtend zie ik haar voor het eerst snikken.
Ze heeft een ongelukje gehad en ziet te slecht om zichzelf te kunnen verschonen. Verslagen zit ze op de bank.
"Voor mij hoeft het niet meer" zegt ze verdrietig.
Wanneer Oma Nel 's avonds gaat slapen is ze doodop.
"Weet je," zegt ze tegen mij in vertrouwen: "Ik kijk niet uit naar de dood, maar ik zou het niet erg vinden om niet meer wakker te worden morgenochtend".
Ik knik en pak haar vast om haar te knuffelen.
Haar schouders zijn zo teer dat ik bang ben dat ik haar pijn doe.
Ik zet de kopjes in de keuken en we zwaaien haar gedag.
"Bedankt hé jongens" zegt ze lachend.
"Ik vond het reuze gezellig dat jullie er waren".
Dan gaan we naar huis. We laten haar alleen achter in de flat die zich op vijf hoog bevindt.
Ik kijk nog even om.
Het uitzicht is hier eindeloos.