Monday 11 September 2023

Viezigheid


Als kind hapte ik altijd even naar lucht wanneer ze binnen traden: Mijn tantes.

Het was dan net alsof er een kleine storm opstak. Een frisse wind die de gordijnen op liet bollen en de kopjes en schoteltjes in het theekastje deed rinkelen. 

Mijn tantes brachten een zwierige energie met zich mee die voor mij synoniem stond aan frisse neuzen en blozende wangen. Gekleed in brandschone en piekfijn gestoomde en gestreken jurken beschikten mijn tantes stuk voor stuk over een no nonsense mentaliteit, gedecideerde inzet, nuchtere humor en dappere onverschrokkenheid.

Mijn moeder, die het buitenbeentje van de familie was, en op zeer jonge leeftijd het glooiende Limburgse landschap achter zich had gelaten om zich in Amsterdam te vestigen,  was altijd licht opgewonden als haar zusters in aantocht waren. Een tikkeltje nerveus zelfs. Maar ook een beetje geëxalteerd en ongeduldig. Alsof er hoog bezoek kwam.

Het was ook net, alsof er een vreemde soort stilte voor de storm te voelen was. een verwachtingsvolle aanloop, waarvoor mijn moeder zich schrap zette. 

Meestal was mijn moeder al een paar dagen actief, met vloeren dweilen, thee servies afstoffen, groentesoep maken en zich stevig met beide benen op de grond te plaatsen. Alsof ze anders omver geblazen zou worden.

Ook wij kinderen, dat wil zeggen, mijn zus en ik, stonden als het ware in het gelid, met vers gepoetste tanden, geboende wangen en strak gekamde haren. Om het Limburgse comité met gepaste achting binnen te halen.

En als de deur dan eindelijk open zwaaide, werd de kleine huiskamer in Amsterdam aanstonds gevuld met tomeloze energie, blijdschap, geschaterlach, omhelzingen en luid gepraat in Limburgs dialect. Mijn moeder voerde het hoogste woord, opgetogen dat zij zich weer in haar "moederstaal" kon uitdrukken.

Eerst werden er tassen tevoorschijn getoverd, die gevuld waren met ontelbare, vaak nuttige cadeautjes, als zakdoeken, stukken zeep, bussen deodorant, wasknijpers, nieuwe sokken en rollen pepermunt. Vaak zat er dan ergens een tientje of een briefje van vijf tussen gemoffeld. Voor mij en mijn zus.

En, uiteraard, dozen met Limburgse vlaai. Van de beste bakker van Panningen: Broekmans. Want zo'n rijstevlaai moest wel bij de beste vandaan komen.

"ZO" zeiden mijn tantes dan. "Nu lust ik wel een lekkere tas koffie". En dan werd meteen de vlaai aangesneden. Mijn tantes stonden binnen een mum van tijd schoteltjes en taartvorkjes te organiseren, koffie in het koffiefilter te gieten en het aanrecht schoon te vegen. Mijn moeder bedremmeld toekijkend.

En voor je het wist, ging er kort daarop een tornado van schoonmaak activiteiten door het huis. Er werden dingen gedaan die ik nog nooit had gezien; spinrag werd met ragers uit de plinten gejast, ramen werden met krantenproppen schoon geboend en kussens werden in de tuin te luchten gelegd. Vloerkleden werden met een mattenklopper gemept en de hele keuken werd gelapt. Voor sommige hardnekkige richeltjes werd een tandenborstel of -stoker gebruikt.

"Maar, maar! Wat een vettigheid" kirden mijn tantes dan, en ze fronsten hun voorhoofd bij zoveel slonzigheid en wanorde. Maar de frons kwam op mij altijd geveinsd over, alsof ze ergens blij waren, dat mijn moeder zo'n slechte huisvrouw was en zij hun schoonmaak talent konden demonstreren, en er nog plezier in leken te hebben ook! 

Mijn moeder, enigszins ontredderd, deed de radio aan, en als er dan een bekend liedje voorbij kwam,  zongen ze met z'n allen mee. Mijn tantes pakten mijn hand stevig vast om mij rond te zwieren.

Eigenlijk was het altijd een beetje feest als mijn tantes kwamen.

Nu mijn moeder er niet meer is, en de meeste van mijn  tantes helaas ook niet meer, mis ik die heerlijke energieke Limburgse voortvarendheid van deze familiebezoekjes. Ik mis de hardhandige aaien over mijn hoofd, de stevige omhelzingen, de geestdrift en de liefde. En vooral de lach op mijn moeders gezicht, als ze zich weer even "thuis" voelde met haar zusjes.

En ook al ben ik een echt Amsterdams meisje, ik ben trots op dat kleine stukje Limburg dat ook bij mij lijkt te horen.