Tuesday 26 March 2024

De trouwfoto

Vanuit de Marnixstraat rijd ik rechtsaf, over het bruggetje de Willemstraat in, en dan meteen linksaf, over de Lijnbaansgracht richting de Palmstraat waar hij woont. Hij loopt me tegemoet en hij lijkt -zoals altijd-, in gedachten verzonken.  Hij heeft een spijkerbroek aan, en een zwarte jas, zijn haar zit wild. Ondanks zijn leeftijd oogt hij nog altijd jeugdig en straalt hij een jongensachtige bravoure uit. Zijn tred is zelfverzekerd, en tegelijkertijd een tikkeltje nonchalant.
In die fractie van tijd, die korte opname dat ik hem passeer, lijkt alles even stil te staan. 
Gek genoeg realiseer me dan, dat dit beeld me altijd bij zal blijven. Mijn vader, die door Amsterdam wandelt. Een beeld waarvan ik nu al weet, dat ik er later met weemoed aan terug zal denken.
Het is een kostbaar moment. Het raakt me op de een of andere manier, om mijn vader hier zo, ongewild, te bespieden. Alsof ik naar een foto kijk. Iets wat reeds voorbij is. Een snapshot van Amsterdam met een van haar inwoners. 
Het is een ontroerend moment.
Ik passeer hem en ik zwaai, maar hij ziet me niet. 

Het doet me denken aan een flink aantal jaren ervoor, wanneer ik in de tram zit, op weg naar huis.
Ik zie haar maar zij ziet mij niet. Mijn moeder. Mijn hart maakt een sprongetje bij het zien van haar lieve en mooie gezicht.  Ze staat bij de Volendamse viswinkel in de Kinkerstraat een haring te eten. Typisch mijn moeder, altijd op pad. Hoe vaak hebben we hier niet samen gewandeld?  
Waarom raakt het me zo dat ik mijn moeder zo tegenkom? Waarom voelt het zo verdrietig? Het liefste wil ik uitstappen en haar vastpakken en omhelzen, haar gezelschap houden. Ik voel me haast een voyeur. Een schilder die ongezien een schets maakt van iets doodgewoons.
Ik druk mijn neus tegen het glas, maar mijn moeder ziet me niet. De tram rijdt door en ik kan alleen maar omkijken. 

Sinds mijn moeder een aantal jaren later stierf  gebeurde er iets met mijn vader. Ook al waren ze al jaren niet meer samen.
Mijn vader verbitterde. Ik heb altijd het gevoel gehad dat dit te maken heeft gehad met het het feit dat hij mijn moeder ondanks alles miste.
Hun gecompliceerde liefdes relatie was nu voor altijd voorbij. Jarenlang had mijn moeder hoop gehouden en tevergeefs gewacht. Tot op de dag dat ze stierf.
 Mijn vader moest nu accepteren dat de dood de keuze voor hem had gemaakt. Er was een definitief einde gekomen aan het getwijfel, het ambivalente gedraai. De onzekerheid en de reserves.
De dood had nu besloten: het was voorgoed voorbij.

Aan het einde van vorig jaar stierf mijn vader. 
Ik merkte lachend op dat mijn moeder hoogstwaarschijnlijk ongeduldig op hem zou wachten aan gene zijde, maar ergens, diep in mijn hart meende ik het.

Tussen de oude foto's die mijn ouders achterlieten vond ik een van hun trouwfoto's. 
Het is een mooie voorjaarsdag in april. Mijn moeder verbergt haar prille zwangerschap onder het jasje van haar mantelpakje. In haar handen houdt ze een boeket seringen. Ze staan zij aan zij. Jong en verlegen glimlachend. De toekomst ligt nog open.

De trouwfoto heb ik in mijn vitrinekast gezet. Voor mijn gevoel zijn ze nu weer een beetje bij elkaar.
En ineens denk ik weer aan die keren dat ik ze op straat tegenkwam, jaren geleden.
Dat moment dat de tijd stil keek te staan.
En ik bedenk me, stel je voor dat ze onlangs gewoon weer verder zijn gewandeld en dat ze elkaar onderweg tegen zijn gekomen.
Stel je voor!  Kijk; ik zie hoe mijn moeder haar hand opsteekt als ze mijn vader vanuit de verte herkent; ze zwaait en roept zijn naam. Hij lacht verbaasd en zwaait terug. Ze lopen naar elkaar toe.Ze pakken elkaar vast.
 
Dan lopen ze samen verder. Misschien gaan ze ergens koffie drinken. Of ze gaan naar een museum, naar de Hortus, of  naar het Waterlooplein.
Mijn vader pakt mijn moeders hand en samen verdwijnen ze in de drukte. 
Ik zie hoe mijn vader iets in haar oor fluistert en ik hoor hoe mijn moeder schaterlacht.