Thursday 12 November 2015

Moeder

Wanneer de deuren van de trein zich openen drommen de mensen naar buiten. Het is een geheel. Een  kleurrijke kluwen. Als ik zorgvuldiger kijk zie ik gehaaste mensen,de blik op oneindig. Sommigen houden ongeinteresseerd hun telefoon in hun hand. Anderen sjouwen jachtig koffers of rugzakken met zich mee, . Te midden van deze ongedurige drukte valt zij me op. Een oude, breekbare dame met wit haar.  Ze heeft duidelijk moeite zich staande te houden in het gedrang. Ze lijkt haast te wankelen temidden van de stroom van mensen die doelbewust op weg lijkt te zijn. Ergens heen.
Sterke jonge gezonde mensen. Mensen die ergens verwacht worden. Mensen die het druk hebben. Onverschillige mensen.
Met enige moeite weet ze met behulp van haar kruk ongeschonden de treden van de trein af te klimmen en heelhuids op het perron te belanden. Niemand lijkt haar te zien. Haar ene heup lijkt scheef onder haar romp te zitten. Ik moet denken aan de etalagepoppen op mijn werk waar je de benen onder kunt schroeven. Wanneer ze stilstaat op het perron staat voel ik haar verwarring. Ze lijkt te twijfelen. Iedereen is inmiddels een bepaalde richting uit gegaan. Zij staat daar maar. Ze zucht diep en kijkt om zich heen alsof ze zich in een museum bevindt.
Als ik haar benader en vraag of het goed met haar gaat knikt ze me vriendelijk toe. "Even bijkomen".
Ik laat haar weer alleen.
Terwijl ik weg loop voel ik me droevig.  Een gevoel van melancholie drukt op mijn borst en beneemt me even de adem.
Dit zou mijn moeder kunnen zijn. Mijn gedachten gaan naar vroeger toen mijn moeder nog geen kwetsbare oude vrouw  was die nauwelijks meer kan lopen. Toen mijn moeder nog de rots in de branding was. De honkvaste figuur die er immer was.
Als ik een klein meisje ben is mijn moeder een warme, zachte veilige figuur. Ik houd van de geur van haar huid  wanneer ik mijn snoet tegen haar aan duw. Het zonlicht dat zch lijkt te absorberen in haar huid. Haar handen die pijn weg nemen en tranen afvegen. Haar stem die zingt en zorgen doet verdwijnen.
Mijn moeder is liefde.
Ik volg haar overal door het huis. Wanneer ik op de kleuterschool ben mis ik haar.
Mijn moeder maakt het eten, ze laat de honden uit, Ze maakt grapjes. Met spuug poetst ze mijn geschaafde knieen schoon. en ze blijft bij mij tot de heksen en spoken mijn slaapkamertje verlaten hebben.
Mijn moeder is onmisbaar.
Mijn moeder heeft zwart haar en blauwe ogen. Ze heeft een gouden medaillon in de vorm van een hart waar fotootjes van mij en mijn zusje in zitten. Als er een feestje is stift ze haar lippen rood met een Max Factor lippenstift die in een koperen huls zit. Ik kijk verliefd toe als ze haar verpleegsters uniform aan doet.
Mijn moeder is mooi en mysterieus.
Wanneer ik zelf moeder wordt bel ik haar dag en nacht. Zij is de enige die ik mijn huilbaby toe vertrouw. Als ik volstrekt radeloos ben neemt zij de baby van me over en stopt mij in bed. Mijn moeder is mijn steun en toeverlaat.
Als ik naar mijn moeder kijk zie ik een oude dame. Ik zie hoe slecht ze loopt en hoe benauwd ze het heeft als ze een klein stukje heeft gewandeld. Ik zie dat ze soms moeite heeft bij te blijven met de wereld die alsmaar sneller gaat, en onverschilliger wordt.
Maar in mijn hart wil ik haar zien zoals ze altijd voor mij was. Ik zie de liefdevolle, onmisbare, mooie en mysterieuze vrouw. De steun en toeverlaat.
In mijn hart zie ik haar zoals ze werkelijk is en zoals ze altijd voor mij zal blijven.



No comments:

Post a Comment