Tuesday 9 January 2018

Klokkijken

Ik kon niet slapen gisteren.
Braaf was ik mijn wederhelft gevolgd naar de slaapkamer want hij was moe.
Hij had gelijk.
Ik had eigenlijk ook moe moeten zijn en was dat waarschijnlijk ook. Echter mijn hoofd wilde weer eens niet toegeven.
En mijn hoofd is enorm koppig, letterlijk en figuurlijk.
Ik wist dus eigenlijk al dat het geen zin zou hebben in bed te gaan liggen.
Want het hoofd heeft altijd het laatste woord. Het lijf kan nog zo moe zijn. Als het hoofd het niet wil wordt er niet geslapen.
"Waarom ben je onrustig?" Vroeg ik. Maar het hoofd wist het niet. 
"Is er iets dat ik kan doen?" Vervolgde ik. Maar het hoofd schudde somber van nee.
Intussen lag ik in de donkere slaapkamer en probeerde een houding te vinden waarin ik makkelijk in slaap zou vallen. Maar het bed lag verschrikkelijk.
Mijn nek lag geknakt op het kussen. Mijn voeten waren ijskoud terwijl de rest van mijn lichaam bloedheet aanvoelde.
Mijn oren waren gespitst op elk geluid en zodra ik een klein beetje leek te kunnen ontspannen, hoorde ik een geluid waarop mijn hele systeem alert reageerde.
Mijn wederhelft was inmiddels in een een diepe slaap gezakt. Zijn ademhaling werd eerst regelmatig en ontwikkelde zich geleidelijk tot een vredig gesnurk.
Ik probeerde mijn oren onder het dekbed te verstoppen zodat ik het niet meer zou horen, maar het gesnurk leek telkens in volume toe te nemen.
Ik overwoog om op te staan en een fles wijn leeg te drinken.
Maar het hoofd zei dat ik dat niet mocht.
"Wat wil je nou eigenlijk"? Vroeg ik geirriteerd.
Het hoofd wist het nog steeds niet.

Mijn gedachten maakten sprongetjes. Alle kanten op. Omhoog en omlaag. 
Ineens dacht ik aan een klok die ik vroeger had gehad.
De klok had sierlijke krullen en een barok uiterlijk.
Ik vroeg me af wat er ooit mee gebeurd was.
Ik zag de klok heel precies voor me: het uurwerk zat een beetje los en het liep niet meer, maar de lijst erom heen was zo uitbundig versierd dat ik er altijd graag naar keek.
De klok had zijn oorspronkelijke functie verloren, maar als sierobject was hij me veel waard.
Ik vroeg me af wat er met de klok gebeurd was. Had ik hem weggegooid? Of weggegeven?
Had iemand hem meegenomen om hem te repareren?
Ineens miste ik de klok.
Dit was een vreemde gewaarwording aangezien ik al jaren niet meer aan hem gedacht had.
De klok, was hij van mijn ouders geweest?
Ik vermoedde van wel.

"Je neemt me in de maling he?"zei ik tegen het hoofd.
Je laat me dingen zien om me wakker te houden. Je probeert me raadseltjes op te laten lossen zodat ik niet in slaap kan vallen".
Even was ik boos.

Het volgende moment zag ik duidelijk waar de klok vandaan kwam. 
Hoe hij vroeger bij mijn ouders in de huiskamer stond. Lang voordat ik hem gekregen had.
Ik herinnerde me dat mijn vader hem op een veiling had gekocht. Met de gedachte hem op te knappen.
De kapotte klok met haar mooie, krullerige behuizing.
Maar het was er nooit van gekomen.
Ik werd droevig van dat beeld en er rolde een traan over mijn gezicht die terecht kwam op mijn kussen.

"Wees maar niet verdrietig". Zei ik tegen mezelf.
Daarna viel ik in slaap.



No comments:

Post a Comment