Tuesday 28 September 2021

Woelmuizen.

"Het gaat goed hoor" zegt mijn vader. Ik schrik een beetje van zijn stem. Hij klinkt anders. Moe. Misschien zelfs wat ongelukkig. Maar als ik hem nogmaals vraag of hij zich een beetje redt, daar in Frankrijk, begint hij over het weer.
Dat het wat tegenvalt voor de tijd van het jaar. Dat er nog geen paddenstoelen zijn in het bos. En dat hij dat jammer vindt.
Als ik hem naar de kat vraag, licht zijn stem wat op. Ja die kan niet meer zonder ons. Het is zo'n aandoenlijk beest. Ze volgt Lottie nu ook de hele dag. Normaal kan ik zelfs niet telefoneren want dan probeert ze de hoorn uit mijn handen te duwen, want, aandacht he. Het is zo'n aandachtsdier. 
Naarmate hij langer over de kat praat begint zijn stem vrolijker te klinken. "Maar het is ook een krankzinnige rover" zegt hij nu lachend. De hele moestuin zit vol woelmuizen. "Weet je wat dat zijn? Dat zijn eigenlijk gewoon een soort muizen, maar dan met een stompe snuit. Die hele tuin zit vol met gangen. Daar wonen dus hele families woelmuizen. En elke keer weet die kat er 's nachts weer eentje af te slachten. Die brengt ze dan als trofee mee naar mijn slaapkamer en dan verstopt ze de restjes onder het bed. Ze is al flink op leeftijd, maar het is nog steeds een moordmachine hoor.
Hij lacht weer. 
Wanneer ik hem vraag of hij van plan is snel naar Amsterdam terug te keren, aangezien de winter in aantocht is, slaat zijn stem weer om. Bedrukt zegt hij:
Ja, het is lastig. Vroeger reed ik dat hele stuk in een dag. En nu zie ik er zo tegenop.
Het is niet eens het autorijden. Het is de drukte he. Ik zie zo tegen die drukte op in België en Nederland. 

Voor ik mijn vader te spreken krijg, , heb ik Lottie even aan de lijn, omdat zij de de telefoon opneemt. Ik maak even een praatje met haar, voordat mijn vader de tocht naar het toestel gemaakt heeft:
Hoi, ja ach, het gaat... ik kan nu niks zeggen. Ja ik ga hem roepen. Hij is zo doof he. Verschrikkelijk. Nee, ik ga ook niet meer met een oude man die niet kan lopen op vakantie. Nee, daar begin ik niet meer aan. Maar ik zal hem even roepen: PEEEEETER! JE DOCHTER AAN DE TELEFOON!!!!

Wanneer ik mijn vader vraag of hij nog op vakantie naar Spanje wil, antwoordt hij wat twijfelend: 
 "Ja, misschien wel hoor. Ik ben er nog niet uit". 
Misschien is het toch fijn als je toch zo langzaamaan maar weer naar Nederland komt, herhaal ik weer. Eventueel rijd je dat stuk toch in een paar etappes.
Het is even stil en ik roep: "Ben je er nog? Hoor je me nog?".
Ja, ja ik ben er nog zegt hij. Zijn stem klinkt weer ietwat bedroefd.
Weet je wat het is. Zegt hij.
Ik kan die kat niet alleen laten. Die kat hangt echt aan mij. Ik weet wel dat ze goed verzorgd wordt door de buurvrouw, maar ik kan dat beest eigenlijk niet meer alleen laten. 
En wie weet. Misschien kom ik wel nooit meer terug. 
"Weet je dat ik daar vreselijk mee in mijn maag zit?".
Ja, dat snap ik. Zeg ik. Dan weet even niks meer te zeggen.
"Ik bel je gauw weer oké?"
Ja, zegt mijn vader. Tot gauw. Dag meisie.



No comments:

Post a Comment