Friday 12 October 2012

Groeipijn

Toen ik zes jaar oud was werd ik een kabouter.
Ik kreeg een liedjes boekje, een speciale speld en een riem, en een naam, maar die ben ik vergeten.
Veel kan ik me er niet van herinneren, maar ik weet wel dat we een speciale kabouter eed moesten zweren.
Daarna zongen we een clublied waarvan ik stiekem de woorden niet wist. We stonden rond een grote houten paddenstoel.
Op een dag gingen we op reis.
Mijn zus, die tien jaar was, hield mijn hand vast toen we naar de bus liepen.
Ik wilde liever niet, maar het hoorde er gewoon bij.
Mijn vader en moeder hadden 's ochtends  heel erge ruzie gemaakt en daardoor waren we bijna te laat gekomen. Mijn moeder had een bordje met twee gebakken eieren naar mijn vaders hoofd gegooid en dat was op de muur terecht gekomen. Ik heb daar vreemd genoeg nog een heel duidelijk beeld van in mijn gedachten.
Een van de leidsters boog zich over ons heen. Ze zei dat de bus speciaal op ons had moeten wachten. "Mama en papa hadden heel erge ruzie" zei ik in mijn kinderlijke onschuld. Mijn zus werd toen boos op mij. "Dat mag je nooit meer zeggen" zei ze tegen mij.
Er vormde zich een brok in mijn keel.

Zoals ik al zei, veel herinneringen zijn er niet meer, maar ik weet nog wel met hoeveel pijn ik mijn moeder miste. Ik miste haar stem, haar huid, haar geur.
'S middags moesten we een verplicht uurtje slapen op een grote zaal en dat vond ik vreselijk. Dan had ik het koud en huilde ik dikke tranen.
Maar de nachten waren het ergst.
Elke avond huilde ik mijzelf in slaap, net als het jongetje Remy in "Alleen op de wereld" wat mama mij voor had gelezen.
 Elke ochtend werd ik wakker met ogen die zo erg dichtgeplakt zaten van de opgedroogde tranen dat mijn zus ze met een nat washandje moest deppen.
"Je moet ophouden met huilen" zei mijn zus.
Alles deed pijn omdat ik mijn moeder zo miste. Ik kon niet meer eten, niet meer slapen en niet meer lachen.
In de ochtend moesten alle meisjes per groepje op een rij gaan staan en dan werden onze oren, haren en nagels gecontroleerd. Bij goed resultaat kreeg je groene punaises, maar ik kreeg de hele week alleen rode punaises van heel erg teleurgestelde leidsters.

Waarom mijn ouders mij ooit als zesjarige naar Zandvoort hebben laten gaan met de kabouters is mij altijd een groot raadsel gebleven.

Vanochtend heb ik mijn tienjarige zoontje Luca van de bus opgehaald. Hij is mijn jongste kind en mijn enige zoon. De enige dus die nog op mijn schoot past met wat moeite.

Zeven jaar geleden liep ik met hem door een drukke winkelstraat.  Luca week geen moment van mijn zijde. Dus toen ik even alleen naar de HEMA wandelde en hem bij mijn moeder achterliet besloot hij me te volgen.Gevolg was dat het drie jarige mannetje verdwaalde en oploste in de drukte.
De horror toen hij spoorloos verdwenen leek. De schrik, de tranen die in mijn ooghoeken opwelden, die rare pijn in mijn lijf. Het was verschrikkelijk.
Ineens zag ik hem door mijn tranen weer aankomen. Uit het niets kwam hij breed lachend aanwandelen.

De afgelopen dagen was Luca met school naar Terschelling. Dinsdagochtend vertrok hij in de ochtendschemering met een hele grote bus.
De afgelopen dagen wist ik ineens weer hoe heimwee voelt. Het doet zeer, het maakt je jankerig. Het bederft je eetlust. Je voelt je hart kraken.

Nu  is hij weer thuis. Mijn zoon. Hij heeft zich een week niet gewassen en nauwelijks geslapen. Hij heeft verteld over het leukste meisje van de klas, en over de bonte avond.

Ik mag weer even over hem waken. Mijn huis en hart voelt weer compleet.

No comments:

Post a Comment