Saturday 25 November 2023

Weet je dat ik boos op je ben? Ik ben zo boos dat ik soms niet aan mijn verdriet toekom. Dat mijn hersenen blokkeren, omdat ik steeds maar blijf denken aan de gesprekken die we niet gehad hebben. De emoties die we niet gedeeld hebben en vragen die we elkaar niet gesteld hebben.
Ik ben boos op je, omdat je zomaar met doodgaan bent begonnen, zonder dat we daar de kans voor hebben gehad.
De laatste paar jaar was ik steeds bang dat je niet meer gelukkig was. En dat wilde ik veranderen.
Ik haalde je op en nam je mee uit wandelen. of we reden samen naar Friesland, naar mijn zus, Loes.
We gingen naar de markt, of struinen in de Kringloopwinkel. We dronken samen thee.
Het waren eenvoudige dingen die we deden. Maar ze hadden voor mij een grote waarde, en ik hoopte dat het jou blij zou maken.
Toen Lottie ziek was, haalde ik je op en kookte voor je. Een enkele keer gingen we uit eten.
Ik vroeg wat je graag nog zou willen, want ik maakte me zorgen om je.Nog een keer een big band horen spelen, of wandelen aan zee?
Je werd steeds slechter ter been en bovendien werd je steeds slechter horend.
Je wereld werd steeds kleiner.
Ergens begin dit jaar nam ik je mee naar het Holocaust namen monument. Ik had twee herinnering-stenen voor je geadopteerd.
Daar, in de Weesperstraat zochten we die stenen. Die van jouw buurmeisje Saartje Schnitzler. Het moment dat ze van huis vertrok, stond nog haarscherp op jouw netvlies. En een steen voor de moeder van jouw beste vriend, die in Sobibor vermoord was.
Toen ik je daar zo zag staan, door emoties overmand, kon ook ik mijn tranen bijna niet bedwingen. Je leek zo kwetsbaar.
Heel anders dan de vader die ik had gekend, de sterke vader die niet oud leek te kunnen worden; die hout hakte in Frankrijk, en die altijd gereedschap bij zich had om een fiets of een lekkende kraan te repareren.
De muzikale vader die piano speelde, de vader met de onbegrensde fantasie, die prachtige verhalen kon vertellen en die, toen er kleinkinderen kwamen altijd een glimlach van oor tot oor had als hij zag hoezeer ze weer gegroeid waren.
Je was er immers niet altijd.
Jij en Lottie woonden de grootste tijd in Frankrijk, op Malaure, jullie eigen domein.
Daar had jij je moestuin, een eigen stuk bos, en katten en de honden waar je dol op was: Canelle, en Yuki die altijd bij het keukenraam stonden te bedelen,
En Knokie de kat, die in Frankrijk werd begraven. Tenslotte was daar Toetie, jouw lievelings kat die steeds meer domesticeerde maar wel achterbleef in Frankrijk, en waar je continu bezorgd om was.
Uiteindelijk haalden we haar op. De kleine wilde Franse kat, die door jou veranderd was in een klein verwend divaatje.

Een maand geleden werd eerst de kat plotseling ziek en stierf. Jouw kat, jouw minziek wonderdier.
Jij hebt het daarna niet lang zelf meer volgehouden.
Ook jij werd ziek, je viel steeds meer af en tenslotte vernamen we dat je niet meer beter zou worden.
Dat je zo snel ging sterven, had ik echter niet verwacht. Had niemand verwacht.

Want, pap. je hebt me niet de kans gegeven om nog tegen je te zeggen dat ik van je houd. Dat je je best gedaan hebt en dat het oké is.
En dat ik zal beloven om niet meer boos op je te zijn.
Ik zal echt niet meer boos zijn.

No comments:

Post a Comment