Thursday 8 January 2015

Duifjes

Als hij het raam opent raakt hij even kort de gordijnen aan.
Die heeft zij opgehangen. Hoe lang geleden dat is weet hij niet meer precies. Maar hij kan het zich nog als de dag van gisteren herinneren. In gedachten ziet hij haar het wankele keukentrapje beklimmen; ze houdt zich tamelijk onhandig met een hand vast aan het lage handvat. Met de andere houdt ze de gordijnstof omhoog die gedeeltelijk als een bruidssluier over de vloer sleept. Door haar ongelukkige houding staat ze enigszins gebogen. Haar billen iets naar achteren en haar gezicht naar boven gericht. Haar ogen knijpt ze een beetje dicht tegen het invallende zonlicht, haar lippen houdt ze stevig op elkaar gedrukt. Ze is in opperste concentratie.
Ze balanceert en beweegt daarbij bevallig haar onderlichaam.
Van een afstandje kijkt hij naar haar. Ze heeft haar schoenen uit geschopt. Omdat zij met haar rug naar hem toe staat kan hij haar ongegeneerd bekijken.
Zijn ogen beginnen bij haar kousevoeten; Haar gekromde tenen lijken zich in een wanhopige poging om het metaal van de gladde trede te klemmen. Ze draagt nylons die een beetje om haar enkels slobberen. Hij vindt dat enorm sensueel, die golfjes om haar enkels.
Als ze onverhoeds opkijkt weet hij net op tijd de krant voor zijn neus te bewegen.  Maar zodra ze zich weer omdraait gaan zijn ogen verder met hun ongeneerde tocht langs haar lichaam. Ook al zijn ze al een paar maanden getrouwd, hij kan nog steeds zijn ogen niet van haar afhouden.
Ze reikt met haar handen omhoog zodat ze de stof aan de gordijnrails kan bevestigen. Erg lang is ze niet dus ze moet haar armen hoog in de lucht houden. De katoen van haar strakke rok spant zich om haar heupen en elke keer dat ze nog iets hoger reikt gaat haar wollen truitje een stukje omhoog en wordt haar huid zichtbaar. Haar onschuldige witte huid die verlegen onder de stof vandaan piept. Onder haar oksels zitten kleine donkere transpiratievlekjes vanwege de inspanning.
Hoe oud ze is weet hij niet. Maar zoals ze daar staat zal ze altijd in zijn herinnering zijn: Jong, mooi, sterk, onsterfelijk.
De stof van het gordijn wappert als een geheime code naar buiten wanneer hij het raam open duwt. Meteen verschijnt er een grote wolk duiven. Sommigen zaten al te te wachten, anderen komen uit het niets aangevlogen en landen in de dakgoot. Hun kopjes bewegen nieuwsgierig op en neer. Er wordt ongeduldig gefladderd, gepikt en gekibbelt.
De oude man verkruimelt het brood met bevende handen. Hier en daar vallen er wat stukjes op de vloerbedekking waarop hij betrapt om zich heen kijkt. Het duurt slechts enkele minuten, dan is al het brood verdwenen. De duiven kijken ongelovig om zich heen en fladderen dan verder. Dan sluit de man het raam. Een vergeeld stuk gordijn blijft tussen het kozijn steken en wappert als een vlag.
Het dagelijkse ritueel is weer voorbij. Zijn dagelijkse ritueel.
De oude man loopt de kamer in en neemt plaats aan de eettafel. Het is tijd voor het ontbijt. In de kamer zit een vrouw op de bank.
Ze is erg oud. Haar lijf oogt fragiel. Ze heeft op hem gewacht.
Zodra de man aan tafel plaats neemt staat ze op. Ze legt haar hand op zijn schouder. De man kijkt verbaasd op.
Hij weet niet wie ze is.
Dan gaan ze samen aan het ontbijt. Hij op zijn plek, zij op de hare. Het ziet er gezellig uit. Knus.Vertrouwd.
Eet smakelijk, zegt de vrouw. De man kijkt de andere kant op. In gedachten is hij ergens anders.
Hij denkt heel diep na. Dan neemt hij een slokje koffie. Hij zegt niets.
Het lijkt hem beter zo.
De man eet twee boterhammen. De vrouw eet er eentje.
De rest bewaren ze voor bij de lunch.
Wat er overblijft is voor de duifjes.
Morgenochtend, als de nacht voorbij is en de nieuwe dag begint.














No comments:

Post a Comment